Zwitserland heeft met trots in de afgelopen eeuw een viertal Sennenhonden rassen voortgebracht. Een Sennen is een bergboerderij waar de boer en/of zijn personeel ’s zomers verblijft als de koeien hoog in de bergen zijn. Zodra de weersomstandigheden het toelaten verlaten ze de dalen en trekken naar boven de bergen in. Daar blijven ze tot aan het einde van de zomer.
In Appenzell komen aan het einde van de zomer weer naar beneden. Ze worden ze door hun familie en de rest van het dorp op feestelijke wijze weer binnengehaald. Ze hebben dan enkele maanden met hun koeien en hun honden boven in de bergen doorgebracht. We hebben die terugtocht zelf een keer meegemaakt toen wij van een wandeling in de bergen naar beneden liepen werden verrast door vele kuddes koeien met hun begeleiders en zeer ijverig werkende Appenzeller Sennenhonden er tussendoor. Een machtig indrukwekkend gezicht.
In het kanton Appenzell zie je vooral Appenzeller Sennenhonden. De andere Sennenhonden die hun naam aan een kanton ontleend hebben zijn de Entlebucher Sennenhond en de Berner Sennenhond. De Grote Zwitserse Sennenhond heb ik niet nog niet kunnen herleiden tot één bepaald gebied.
De Appenzeller is een veelzijdige werkhond. Het meest voorkomende gebruik is op een boerderij als erfhond, waakhond en veedrijver. Indien je in de bergen rondom Appenzell gaat wandelen loop je kans zo’n duivelse rakker te moeten passeren. Dan blijkt hun vastberadenheid om de dienst uit te maken.